Voor de coronacrisis ging Roy 4 keer per week naar de dagbesteding van Prisma. Maar ook die moest dicht. Roy kwam thuis te zitten en dat vond hij maar niets. Nu mag hij weer 2 dagen in de week naar de dagbesteding toe. Natuurlijk volgens de richtlijnen. Zo moet hij 1,5 meter afstand bewaren en mag hij niet verkouden zijn. “Ik ben blij dat ik er weer heen mag en maak er het allerbeste van”, vertelt hij.
De dagen bij Prisma besteedt Roy het liefste in de werkplaats van het activiteitencentrum. Daar maakt hij onderdelen voor lantaarnpalen. Die zorgen voor stroom op de lamp. “Ik zit nu in een ander groepje. Dat is wennen. Dat ik weer mag werken is fijn. En het is leuk dat je weer met elkaar kunt kletsen”
Thuiszitten viel Roy zwaar. “Het was soms heel moeilijk. Ik wandelde veel met mijn vader of moeder. Dat vond ik wel prettig. Gelukkig kom ik uit een warm gezin waar ik mijn verhaal altijd kwijt kan.” Ook had Roy veel contact met zijn persoonlijk ondersteuner van Prisma. “We belden elkaar om even bij te kletsen. En nu ik weer mag werken, kan ik hier voor alles terecht bij het vaste team begeleiders.”
De dagen dat Roy niet bij Prisma is, doet hij andere leuke activiteiten. Als het kan, gaat hij naar de Efteling. “Daar kom ik al 22 jaar. Nu mag je er niet zomaar naar binnen. En het is er anders dan normaal, omdat je afstand moet houden en mensen geen hand mag geven. Ook hier maak ik er het beste van. Ik ben blij dat het weer mag, maar ik hoop vooral dat het leven weer snel normaal wordt.”