Op een ochtend staat er een mevrouw met een enorme testkoffer voor de deur.
Begeleiding kent haar wel, ze zeggen: ‘Hé Evelien, ben jij er ook weer eens, wat gezellig!’
Sommige kinderen kennen haar of zijn gewoon altijd nieuwsgierig, die vragen meteen: ‘Mag ik met jou mee?’ Iemand pakt haar vast en brengt haar naar de kast, die niet open mag van begeleiding maar ja... misschien weet die mevrouw dat niet. Ik denk eigenlijk: ‘Wat komt die mevrouw nou weer doen? en wat heeft zij daar in die koffer?’
Maar ze doet haar jas uit en zet de koffer weg en dan zet ze gewoon zelf koffie in de keuken van de groep. Nou ja, dan zal het wel goed zijn en ga ik maar weer spelen. Ondertussen kijkt die mevrouw soms naar mij en praat met begeleiding, ze kijkt wel vriendelijk, misschien moet ik haar toch eens even van dichtbij bekijken. Ze praat met mij en ik knik, wacht... ik zal haar even laten zien dat ik heel hard kan rennen. Die mevrouw lijkt wel onder de indruk, ze lacht en kijkt verbaasd. Dan vraagt ze: ‘Ga je met mij mee, dan gaan we samen werken?’
‘Ehm, nou ik weet niet hoor.’ Gelukkig loopt begeleiding even mee, ik mag aan een grote tafel zitten en er zitten allemaal dingen in die grote koffer. Die mevrouw vertelt dat ik met haar mag werken en dat ze ook vragen gaat stellen, ze zegt dat ik goed met mijn best moet doen maar dat het heus niet erg is als ik iets niet weet. Ze vraagt hoeveel jaar ik ben: ‘Nou dat weet ik wel, ik laat precies zoveel vingers zien.’
Die mevrouw vraagt wat voor kleur de wolken hebben: ‘Kan ze dat zelf niet even buiten gaan kijken?’ Of welke vinger die ene is: ‘Dat is de ‘pappa-vinger’ toch?’
En hoeveel oren ik heb: ‘Nou ik wijs ze wel even aan dan hoor!’
Ik mag met blokjes iets maken van die mevrouw, maar het moet wel precies zoals het in het boekje staat of zoals die mevrouw het heeft gemaakt: ‘Ik kan het wel, maar ik mag toch zeker zelf wel bepalen wat ik doe!’ Puzzelen kan ook echt goed, maar soms is het wel moeilijk. Dan gaat die mevrouw woorden zeggen en moet ik het plaatje dat erbij hoort aanwijzen.
De truc van die mevrouw is dat ze ervoor zorgt dat ik alles kan laten zien wat ik kan. Ze gaat ook nog praten met mijn ouders en begeleiders. Ze schrijft daar allemaal papieren over en dan weten ze precies waar ze mij bij moeten helpen en wat ik al super goed kan. Dat is fijn want dan kan ik weer nieuwe dingen leren en dan kan ik over een lange tijd nog eens aan die mevrouw laten zien dat ik nog veel meer dingen kan.